Het Klaprozenveld

Een Midzomerverhaal voor mensen in rouw

Dit verhaal is geschreven voor en verteld tijdens de Open Dag van het Afscheidspark Tilburg van Dela, Monuta en Crematorium Tilburg op zondag 26 juni 2022.

We lopen langs een veld met klaprozen. Het is de langste dag van het jaar en de zomer is nog jong. De bloemen staan allemaal open en het belooft een stralende dag te worden. We genieten van de rode golvende zee. De zon gaat net schuil achter de boomtoppen. Twee merels zingen elkaar een lied toe dat nooit verveelt.
Ik heb geen jas mee, want toen ik vertrok, dacht ik: zomer, dat is toch lekker warm?
Maar niets is minder waar. De ochtendwind blaast onverbiddelijk door mijn t-shirt.
Ik denk: doorlopen maar, dan blijf ik lekker warm.

Daar denk jij anders over.
‘Kijk’, zeg je: ‘zullen we even blijven wachten tot de zon boven de bomen uitkomt?’
Je ziet dat ik het koud heb en slaat je arm om me heen. Je weet dat je niets hoeft te vragen. Ik zeg toch dat het niet zo is.
Samen wachten we tot de eerste zonnestralen boven de bomen uitkomen. De blauwe lucht licht op en over het veld met klaprozen worden glanzende druppels uitgestrooid als diamanten uit een schatkist.
Je gaat achter me staan.
‘Een mens heeft niets nodig’, zeg je, ‘dan een klaprozenveld in de ochtend van midzomerdag.’
Ik ben het roerend met je eens en geniet.
We zijn één.

Dit is nu vijf jaar geleden. Er is dan nog geen wolkje aan de lucht. Een paar maanden later zitten we in de wachtkamer van het ziekenhuis. Het vreselijke nieuws is een donderwolk die niet meer voorbij trekt. Je bent ernstig ziek en een lange tijd van behandelingen en opnames volgt. Maar je bent sterk. Je gaat die rotziekte te lijf.
Dat magische moment bij het klaprozenveld verdwijnt al snel op de achtergrond van mijn geheugen. De bloemen lijken gesloten, voor altijd. Toch geef jij niet op. Ook al parelt het zweet op je voorhoofd, ook al druppen tranen over je gezicht.

‘Denk aan onze wandeling op midzomerochtend’, zeg je regelmatig tegen mij, vooral als het tegenzit. ‘ik wil daar weer naartoe, samen met jou. Ik wil zien hoe de zon boven de bomen uitklimt en over de rode zee van klaprozen een golf van diamanten uitstrooit. Ik wil dan weer achter jou staan, om te zien wat jij ziet en samen te genieten.’
Zo dapper als jij ben ik niet, maar ik durf er ook niet tegenin te gaan en knik. ‘Ja, dat gaan we doen!’

Vorig jaar midzomer. De zon staat stralend aan de hemel en het belooft een mooie dag te worden. Ik zit aan jouw bed met jouw hand in de mijne. De haast doorschijnende huidplooien liggen los om je dunne vingers. Je ademt rustig, alsof je slaapt. Maar ik weet wel beter.

Van de langste dag van het jaar maak jij de kortste dag ooit.
De zon klimt boven de boomtoppen uit. Het voelt alsof je achter me staat. Jouw warmte straalt over mijn rug.
Ik sluit mijn ogen en moet ineens denken aan die andere langste dag.
Toen wij toekeken hoe de zon diamanten uitstrooide over een rode bloemenzee.
Ik hoor het je bijna zeggen: een mens heeft niets nodig dan een klaprozenveld in de ochtend van midzomerdag.
Maar het is stil. Vredig stil.
Als ik mijn ogen open, ligt je hand ontspannen in die van mij.
Je ademt niet meer.
De zon streelt zachtjes je gestorven gezicht.
Ik zie een glimlach. Ik huil.

Dit jaar dinsdag 21 juni, de eerste Midzomer zonder jou. Ik ben vroeg opgestaan en maak me klaar voor een wandeling naar ons klaprozenveld. Hoewel het me intens verdrietig maakt dat jij er niet meer bent, ga ik toch. Ik wil het schouwspel niet missen.
Precies op tijd sta ik daar weer. Met de zon nog achter de hoogste toppen en rode bloemen zachtjes golvend op de wind. Twee merels zingen hun lied. Die zijn gebleven, goddank.
Ik houd mijn adem in en wacht.
Dan breekt de zon door het bladerdek en spreidt zich uit over het veld. 
De bloemen en de morgendauw geven een prachtige lichtshow; een schitterend vuurwerk van veelkleurig licht.

De tranen in mijn ogen trekken strepen over het veld en druppen op mijn jas.
Ik hoor het je zeggen.
Het is goed zo.
Vanaf nu bloeien de klaprozen voor altijd.
Voor jou. 

Midzomermuziek

Midzomergedicht

Een overleden geliefde
is als een klaproos in je herinnering.

Je kunt haar niet plukken,
want dan sterft ze.
Je kunt alleen toekijken
hoe hij opengaat in het zonlicht
tussen diamanten van morgendauw
op een veld dat voor altijd bloeit.

Wie gaf jouw leven kleur?
Wie bloeit er in jouw ?

© 26 juni 2022 | Simone Snakenborg Ritueelbegeleiding | 06-11.16.16.31

Written by 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.